Met hoeveel verschillende portefeuillemanagers van beleggingsfondsen heb ik de
laatste tien jaar gesproken? Minstens twee per week, dus in totaal ongeveer
750.
De strategieën die ze probeerden te verkopen, leken in de meeste gevallen veel
op elkaar. Ook al wilden ze me doen geloven dat hun beleggingsfondsen uniek
waren en het instapmoment ideaal.
Unieke strategieën bestaan ook niet, want uit tientallen jaren
wetenschappelijk onderzoek blijkt eigenlijk dat er tot nu toe maar maximaal
vier trucjes zijn gevonden voor beleggers om de index te verslaan:
1)het kopen van laag gewaardeerde aandelen
2)het kopen van aandelen die al omhoog zijn gegaan (momentum heet dat)
3)het kopen van aandelen van kleine beursfondsen
4)En recentelijk: het effect dat aandelen met een laag risico hogere of
gelijke rendementen opleveren. Dat laatste is natuurlijk zeer opmerkelijk
omdat in de beleggingstheorie hogere risico’s gepaard moeten gaan met hogere
rendementen en niet andersom.
Small cap-effect
Laten we het zogenoemde small cap-effect eens bekijken. In 1981 werd
dit effect door financieel econoom Banz beschreven. Hij concludeerde dat de
20 procent kleinste Amerikaanse aandelen 0,4 procent per maand meer
opleverden over de periode 1936-1975.
Dit effect kreeg grote bekendheid door onderzoekers Fama en French, die in
1992 een nog groter effect vonden. Ironisch genoeg was het ontdekken van de
zaak het einde van het vermaak, want in de jaren tachtig en negentig deden
small caps het slechter dan de grote aandelen. Het waren de jaren van big
is beautiful.
Aan het begin van deze eeuw werd het small cap-effect dan ook dood
verklaard door enkele onderzoekers. Maar de inkt van deze doorwrochte
artikelen was nog niet droog, of small caps begonnen weer aan een
indrukwekkende opmars met 11,3 procent extra rendement per jaar tot en met
2010 begonnen.
Lastig maar leuk
Een goede verklaring voor het vermeende extra rendement in kleinere
beursfondsen is nooit gevonden. Wat wordt gesuggereerd, is dat small caps
risicovoller zijn en daarom een hoger rendement bieden. Het klopt inderdaad
dat small caps risicovoller zijn, maar binnen de deze beleggingscategorie
zijn het juist de meer veilige aandelen die het beste rendementen lieten
zien.
Het small cap effect-bestaat misschien, maar is zeker moeilijk te bespelen.
Maar wat doet dat er toe voor een actieve belegger? Wat is nu leuker dan off
piste te beleggen en op zoek te gaan naar aandelen die door de massa nog
niet zijn ontdekt?
Voor wie beleggingsfondsen aankoopt, geldt dat het beleggen in small caps echt
ambachtelijk beleggen is. Het Delta Lloyd Deelnemingen Fonds, Kempen Orange
Fund en Add Value Fund spreken toch veel meer tot de verbeelding dan hun
large cap collega’s? Ook voor fondsen die in grote beursbedrijven beleggen,
geldt wat mij betreft dat ze best een uitstapje naar small caps kunnen
maken. Ze hoeven zich niet achter hun topzware benchmark te verschuilen.
Freddy van Mulligen is portfoliomanager fondsmanagerselectie bij Syntrus
Achmea. Deze column is niet bedoeld als individueel advies tot het doen
van beleggingen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl